Mijn visie op socialisatie met Ina

Toen Ina nog een jonge pup was, merkte ik al snel dat ze geluidsgevoelig was. Dat betekende dat ik extra zorgvuldig moest omgaan met haar socialisatie. Ik wilde geen pup die zich overal in stortte, maar ook geen hond die voortdurend gespannen of overweldigd raakte. Mijn doel was niet dat ze alles leuk zou vinden, maar dat ze alles aan kon — zonder zich te verliezen in stress.

Daarom heb ik heel bewust gestreefd naar een stabiele, neutrale houding tegenover de wereld. Dat betekende: geen overdreven opwinding, maar ook geen angst of onzekerheid. Gewoon kunnen zijn in allerlei situaties. En dat vraagt méér dan alleen maar kennismaken met prikkels — het vraagt om leren reguleren.

Voor mij hoort daar ook bij dat een hond leert dat niet alles en iedereen bedoeld is voor interactie. Ik vind het een misvatting dat sociaal zijn betekent dat een hond naar alles toe moet lopen of contact moet zoeken met iedereen. In mijn ogen is sociaal gedrag óók: andere mensen en honden respecteren, ruimte laten, signalen lezen en accepteren dat niet alles voor jou is.

Daarom vond ik het niet ‘fout’ als Ina iets negeerde — integendeel, ik vond het vaak juist een teken van volwassenheid en zelfbeheersing. Een hond die rustig blijft wanneer een jogger passeert of die niet opspringt bij elke vriendelijke voorbijganger, is voor mij net zo sociaal als een hond die open contact maakt.

Socialisatie was voor Ina dus niet alleen kennismaken met de wereld, maar vooral leren dat ze zichzelf mag blijven — temidden van die wereld.