Aandacht komt niet altijd vanzelf — en dat is oké

 

 

Als mensen het hebben over “aandacht voor het baasje”, dan klinkt dat vaak als iets dat er meteen moet zijn. Alsof je hond van het eerste moment af met z’n blik op jou gericht moet lopen, klaar voor elk signaal, elk commando.

 

Maar zo ging het bij ons niet.

 

In het begin lag de aandacht van Ina bij haar omgeving.  Ze was verlegen, maar ook nieuwsgierig. Ze moest leren omgaan met geluiden, bewegingen, geuren, vreemde situaties — en om daar zelfvertrouwen in op te bouwen, mocht ze eerst vooral gewoon kijken, ruiken en voelen. Zonder afleiding, zonder sturing, zonder dat ze voortdurend op mij gericht moest zijn.

 

Ik liep met haar mee aan een lange lijn, en dat was eigenlijk alles. Niet als leider voorop, niet als constante gids — maar als stille aanwezigheid op de achtergrond, terwijl zij de wereld ontdekte.

 

Die eerste maanden waren er geen oefeningen, geen focus op samenwerking. De aandacht ging naar alles at haar nieuwsgierig maakte en soms ook naar dat wat ze eng vond.  Door haar niet te forceren en haar de kat uit de boom te laten kijken, durfde ze haar eigen grenzen te verleggen.  In haar eigen tempo.  En dat was precies wat ze nodig had om haar onzekerheid langzaam los te laten.

 

Pas later, toen haar blik op de omgeving rustiger werd, kwam er ruimte voor verbinding met mij. Niet omdat ik haar riep of eiste dat ze keek — maar omdat ze zelf klaar was om de samenwerking te verdiepen. En vanaf dat moment ben ik ook mijn rol iets duidelijker gaan invullen.

 

dit mag voor vele de omgekeerde wereld lijken, maar zo ging het nu eenmaal.  Samen wandelen is geen kunstje. Het is een relatie in ontwikkeling.

En soms begint die relatie niet met aandacht, maar met vertrouwen.

Eerst in de wereld — en dan, vanzelf, in elkaar.

Maak jouw eigen website met JouwWeb