Als ‘hier’ niet vanzelfsprekend is — recall trainen na een moeilijke start

 

Er zijn van die honden waarbij “loslopen” niet zomaar iets is wat je in de puppytijd even oppakt. Ina was dan ook onze allereerste hond die we niet van pup af aan los lieten lopen.  Een gemiste kans, wat het ook steeds moeilijker maakte om het op latere leeftijd snel en effectief aan te pakken.  En voor mij moet een recall perfect zijn.   Er is geen ruimte voor onderhandeling op dat vlak.  Komen is komen.  Altijd !  Maar als er naast geluidsgevoeligheid ook nog eens een jachtpassie ontstaat, weet je dat een perfect recall hoe dan ook een uitdaging wordt.

Het aanleren van een betrouwbare recall (het hierkomen) is voor iedere hond belangrijk — maar voor sommige honden vraagt het veel meer voorbereiding, omwegen en geduld.

 

Geluidsgevoeligheid en loslopen: een moeilijke combinatie

Als je hond snel schrikt van geluiden — het geknal van een brommer, het klikken van een fiets, het ritselen van struiken — dan voelt het niet veilig om hem los te laten lopen. Niet voor mij, en niet voor haar.   In het eerste levensjaar, waarin juist veilig oefenen in losloopvaardigheden cruciaal is, kan dat betekenen dat je hond simpelweg nooit écht de kans kreeg om te leren wat vrijheid mét verbinding is.   Ik koos bewust voor mijn eigen gemoedsrust en plaats van voor risico.  Dat betekent dat de basis die andere pups spelenderwijs opdoen bij het loslopen, bij Ina grotendeels ontbreekt.  

 

 En dan: een sterk jachtinstinct

Voor sommige honden is een konijnenlucht onweerstaanbaar.  Als dat instinct eenmaal ‘aan’ staat, dan is er vaak weinig ruimte over voor luisteren of nadenken.

Een hond die niet van kleins af geleerd heeft hoe fijn het is om bij jou in de buurt te blijven, én die nog nooit heeft ontdekt dat jij óók interessant kan zijn, zal in het bos eerder kiezen voor de geur van wild dan voor jouw stem in de verte.

 

Dus: waar begin je dan?

Als de basis ontbreekt en het instinct sterk is, voelt het soms alsof je te laat bent. Maar dat ben je niet. Het vraagt alleen om een andere aanpak:

  1. Herstel de band in vrijheid — maar veilig. Denk aan lange lijnen van 10-15 meter, goed omheinde losloopweides, of gehuurde trainingsvelden. Laat je hond bewegen, verkennen, kiezen — en leer opnieuw: jij bent leuk, jij bent veilig, jij betekent beloning.
  2. Maak jezelf de moeite waard. Neem het beste voer dat je hebt. Leer een spelletje aan dat alleen met jou leuk is. Oefen “hier” niet als een commando dat MOET, maar als een uitnodiging die telkens iets positiefs oplevert.
  3. Train in het jachtkanaal. Veel mensen proberen het najagen te onderdrukken, maar je kunt het ook kanaliseren. Laat je hond speuren, apporteren, zoeken — in samenwerking met jou. Zo wordt hij jachtgericht, maar niet weggericht.
  4. Werk met management én training. De lange lijn blijft voorlopig je beste vriend. Vrijheid geven is belangrijk, maar veiligheid gaat altijd voor. En als het goed gaat, bouw je rustig uit — in kleine, gecontroleerde stapjes.

Vertrouwen groeit traag — maar het groeit

Je bent misschien niet begonnen met ideale omstandigheden. Maar dat wil niet zeggen dat het niet meer kan. De kracht van training zit niet in perfectie, maar in herhaling, geduld en verbinding. Een hond die geleerd heeft om te luisteren ondanks instinct, afleiding en onzekerheid, is uiteindelijk vaak nóg sterker verbonden dan een pup die alles ‘vanzelf’ leerde.

En ja — het kost tijd. Maar iedere keer dat je hond kiest om naar jou terug te komen, niet omdat hij moet, maar omdat hij wil — dat is goud waard.

Maak jouw eigen website met JouwWeb